Elk jaar kiezen tientallen mensen ervoor om op latere leeftijd alsnog het voortgezet onderwijs in te gaan. Via deeltijdopleidingen of speciaal opgezette trajecten worden zij opgeleid om te gaan werken in de mooiste sector van ons land, het onderwijs. De komende tijd spreken wij wekelijks met iemand die deze keuze heeft gemaakt. Deze week is het de beurt aan Maritge Wielaard, die vorig jaar besloot het roer volledig om te gooien en zich inschreef voor een zijinstroomtraject tot docent Nederlands. “Na één dag meelopen op een middelbare school wist ik het; dit is waar ik de komende jaren wil werken.”
Na het behalen van haar studie rechten heeft Maritge altijd in de wereld van de uitgeverijen gewerkt “Ondanks dat ik het altijd naar mijn zin heb gehad bij mijn voormalige werkgevers begon ik steeds vaker te twijfelen of dit nou was wat ik tot mijn pensioen wilde blijven doen. Ik was al jaren actief als hockeycoach en merkte dat ik daar onwijs veel energie van kreeg. Het werken met pubers, het begeleiden van groepen en het doormaken van een groeiproces waren dingen die ik erg leuk vond om te doen. Ik besloot eens een dag mee te lopen op een middelbare school en bij thuiskomst wist ik het meteen; ik wilde het onderwijs in.”
Door haar ervaring bij uitgeverijen en haar werk in de literaire wereld was docent Nederlands een logische keuze. Aan de Hogeschool van Amsterdam volgt Maritge sinds februari een zijinstroomtraject. “Voor je begint met je opleiding moet je al op zoek naar een school waar je voor de klas kan staan en waar ze je willen begeleiden. Bij het Vakcollege Thamen kon ik aan de slag, en dus stond ik opeens alleen voor een groep kinderen zonder enige kennis op het gebied van lesgeven. Dat was best even wennen, en ik zal ook niet ontkennen dat ik de eerste weken soms met zenuwen voor de klas stond. Het zijinstroomtraject duurt twee jaar, maar is wel pittig. Ik werk vier dagen en moet anderhalve dag naar school. Eigenlijk is dat net te zwaar, drie dagen lesgeven zou eigenlijk beter zijn.”
Maritge geeft les op een VMBO school, een keuze die zij expliciet gemaakt heeft. “Het leuke aan werken in het onderwijs vind ik het pedagogische vlak. Het begeleiden van leerlingen, werk doen waar je voldoening uit haalt. Als je les geeft op een VWO school ben je toch meer inhoudelijk bezig, terwijl je bij het VMBO toch ook vaak extra begeleiding geeft naast het lesgeven. Ook moet je wat creatiever zijn in het vormgeven van je lessen, omdat veel kinderen wat sneller afgeleid zijn. Juist daar haal ik mijn energie uit. Bezig zijn met hoe je kinderen het beste iets kan bijleren, dat is elke dag weer fantastisch. Natuurlijk zucht ik ook wel eens als ik mijn zondagmiddag weer spendeer met het nakijken van toetsen, maar over het algemeen kan ik enkel positief zijn over het vak als docent. Soms vergeet ik even dat ik aan het werk ben, dat zegt denk ik genoeg.”