Joke de Jong, is via de theaterschool terechtgekomen in het onderwijs. Ze geeft nog altijd les, is leraaropleider én is trainer voor Talent als Docent waar ze trainingen geeft als Begeleiding Zij-instromers, Groepsdynamica en sinds kort de Basiscursus Coaching: “Soms heb ik het gevoel dat ik een keuze moet maken, maar elk jaar slaag ik daar niet in.”
“Ik ben begonnen als verpleegkundige. Toen ik dat eenmaal was, startte ik ook met een deeltijdopleiding aan de theaterschool, want eigenlijk was het mijn droom om op de planken te staan. Via de theaterwereld ben ik terechtgekomen in het onderwijs. Ik heb op veel theaterscholen lesgegeven, maar ik heb ook dramatherapie in de jeugdzorg gegeven. In 1998 ben ik als docent dramales gaan geven op een Vmbo in Alphen aan de Rijn. Ik had geen dramalokaal; het was stoelen aan de kant en gaan. Heel basic, maar daar heb ik het lesgeven wel geleerd. Zo ben ik in het onderwijs terechtgekomen en ging ik me steeds meer op mijn gemak voelen voor de klas.”
Inmiddels werkt Joke op Het Schoter in Haarlem. “Ik heb een bovenbouwlijn opgezet op Het Schoter in Haarlem en omdat ik er veel kansen krijg, werk ik daar nog steeds. Ik ben nu leraaropleider en ik heb een coachopleiding gedaan. Ook geef ik nog altijd les, in alle jaarlagen. Dat is het beleid op deze school; dat we als docenten de hele leerlijn in onze vingers hebben. Soms heb ik het gevoel dat ik een keuze moet maken, want soms is het te veel, te breed, maar om dat los te laten… Elk jaar slaag ik daar niet in.”
Als het zo uitkomt, staat Joke ook nog weleens op de planken. “Ik heb heel lang losse klussen als regisseur gedaan. Dat doe ik nu niet meer. Wel regisseer ik altijd de onderbouw en bovenbouw producties en soms speel ik daar zelf in mee. Vorig jaar speelde ik nog in een jubileumvoorstelling. Als iemand anders de regie heeft, probeer ik altijd wel een rolletje op me te nemen.”
Naast haar werk op school is ze ook trainer voor Talent als Docent. “Via opleidingsschool H2O ben ik bij Talent als Docent terechtgekomen. Vanuit die opleidingsschool had Talent als Docent trainers nodig en ging ik cursussen ontwikkelen en trainingen geven. Ik ben in dat gat gesprongen van het lerarentekort waar we natuurlijk op de opleidingsschool ook mee te maken hadden. Dat was een mooie aanvulling; een soort verlengstuk van het opleiden van leraren.”
“Bij Talent als Docent geef ik de trainingen Begeleiding van zij-instromers, Groepsdynamica, en nu ook de Basiscursus Coaching. Die doe ik samen met een andere trainer die de cursus heeft ontwikkeld. Met mijn specialisme als didactisch beeldcoach proberen we die training uit te breiden met film en didactisch coachen.
Dat vind ik wel mooi aan Talent als Docent: dat al die expertises samenkomen. We verrijken elkaar , we leren van elkaar en vullen elkaar aan. Dat gaat nu echt ontstaan. Dat lerarentekort en dan zoeken met elkaar wat nu nodig is. Dat vind ik heel waardevol.”
“Het allerbelangrijkste wat ik docenten wil meegeven is het contact maken met de leerling en dan wel gericht op leren. Je kunt wel contact maken, maar dat wel in dienst van het leerproces van de leerling, of van de leraar in opleiding. Maar het gaat ook om het plezier. Dat je echt als docent het verschil kan maken. Dat wil ik meegeven. Het allermooiste is om dat gereedschapskistje met tools uit te breiden en je eigen te maken, zodat je een eigen gereedschapskist hebt dat bij jou past. Je hoopt dat het levenslang meegaat, maar dat is natuurlijk ook niet zo, want dat gereedschapskistje moet je ook af en toe vernieuwen. Dat ervaar ik nu ook zelf. Zeker ook bij overstappers, die hebben al een enorme gereedschapskist elders verworven. Hoe kun je die passend maken voor die taak in het onderwijs? Dat vind ik spannend. Want dat is heel anders dan bij studenten die een lerarenopleiding hebben gedaan.”
“We zijn nu ook bezig met de training Aan de Slag voor de klas van de UVA. Dat was in eerste instantie gericht op het lerarentekort in de bètahoek, maar die hebben we nu ook uitgebreid met alfa, omdat er ook een tekort is aan docenten Nederlands en klassieke talen. Hoe bedien je die overstappers, dat type studenten? Vaak staan ze al onbevoegd voor de klas, dus hoe bedien je ze goed in wat zij nog te leren hebben en hoe doe je recht aan alles wat ze al kennen en kunnen? Ze hebben al meerwaarde, maar hoe kun je die meerwaarde nu echt tot bloei laten komen? Vaak willen ze goede lessen geven. Ze willen goed functioneren op school, maar ze zitten niet te wachten op al die bureauopdrachten van de UvA. Dat staat de reflectie van het lesgeven in de weg.
Hoe kan ik daar nu goed op aansluiten? Dat vraagt van mij een ander soort coachen, een ander soort opleider. Daarin ben ik ook nog zoekende, want ik vind het lastig om bijvoorbeeld een gewezen bankdirecteur op maat te laten reflecteren. Dat is een soort dynamiek die ook voor mij nieuw is. Je bent er als het ware ingedoken met de instelling van Pipi Langkous: ‘Ik heb het nog nooit gedaan, maar ik denk wel dat ik het kan.’ Maar nu denk ik weleens: ‘Volgens mij kan het beter’ en dát is natuurlijk een uitdaging.”