Elk jaar kiezen tientallen mensen ervoor om op latere leeftijd alsnog het voortgezet onderwijs in te gaan. Via deeltijdopleidingen of speciaal opgezette trajecten worden zij opgeleid om te gaan werken in de mooiste sector van ons land, het onderwijs. De komende tijd spreken wij wekelijks met iemand die deze keuze heeft gemaakt. Deze week is het de beurt aan Maritge Wielaard, die vorig jaar besloot het roer volledig om te gooien en zich inschreef voor een zijinstroomtraject tot docent Nederlands. “Na één dag meelopen op een middelbare school wist ik het; dit is waar ik de komende jaren wil werken.”
Na het behalen van haar studie rechten heeft Maritge altijd in de wereld van de uitgeverijen gewerkt “Ondanks dat ik het altijd naar mijn zin heb gehad bij mijn voormalige werkgevers begon ik steeds vaker te twijfelen of dit nou was wat ik tot mijn pensioen wilde blijven doen. Ik was al jaren actief als hockeycoach en merkte dat ik daar onwijs veel energie van kreeg. Het werken met pubers, het begeleiden van groepen en het doormaken van een groeiproces waren dingen die ik erg leuk vond om te doen. Ik besloot eens een dag mee te lopen op een middelbare school en bij thuiskomst wist ik het meteen; ik wilde het onderwijs in.”
Door haar ervaring bij uitgeverijen en haar werk in de literaire wereld was docent Nederlands een logische keuze. Aan de Hogeschool van Amsterdam volgt Maritge sinds februari een zijinstroomtraject. “Voor je begint met je opleiding moet je al op zoek naar een school waar je voor de klas kan staan en waar ze je willen begeleiden. Bij het Vakcollege Thamen kon ik aan de slag, en dus stond ik opeens alleen voor een groep kinderen zonder enige kennis op het gebied van lesgeven. Dat was best even wennen, en ik zal ook niet ontkennen dat ik de eerste weken soms met zenuwen voor de klas stond. Het zijinstroomtraject duurt twee jaar, maar is wel pittig. Ik werk vier dagen en moet anderhalve dag naar school. Eigenlijk is dat net te zwaar, drie dagen lesgeven zou eigenlijk beter zijn.”
Maritge geeft les op een VMBO school, een keuze die zij expliciet gemaakt heeft. “Het leuke aan werken in het onderwijs vind ik het pedagogische vlak. Het begeleiden van leerlingen, werk doen waar je voldoening uit haalt. Als je les geeft op een VWO school ben je toch meer inhoudelijk bezig, terwijl je bij het VMBO toch ook vaak extra begeleiding geeft naast het lesgeven. Ook moet je wat creatiever zijn in het vormgeven van je lessen, omdat veel kinderen wat sneller afgeleid zijn. Juist daar haal ik mijn energie uit. Bezig zijn met hoe je kinderen het beste iets kan bijleren, dat is elke dag weer fantastisch. Natuurlijk zucht ik ook wel eens als ik mijn zondagmiddag weer spendeer met het nakijken van toetsen, maar over het algemeen kan ik enkel positief zijn over het vak als docent. Soms vergeet ik even dat ik aan het werk ben, dat zegt denk ik genoeg.”
Elk jaar kiezen tientallen mensen ervoor om op latere leeftijd alsnog het voortgezet onderwijs in te gaan. Via deeltijdopleidingen of speciaal opgezette trajecten worden zij opgeleid om te gaan werken in de mooiste sector van ons land, het onderwijs. De komende tijd spreken wij wekelijks met iemand die deze keuze heeft gemaakt. Deze week is het de beurt aan de vijftigjarige Arjen van Veen, die na vierentwintig jaar een goede baan in het bedrijfsleven inruilde om zijn passie voor het onderwijs te volgen. In 2016 nam hij de sprong in het diepe en haalde in één jaar zijn deeltijd opleiding economie. “Ik zie mijzelf tot mijn pensioen in het onderwijs werken. Ik heb het zo ontzettend naar mijn zin, ik denk dat ik nooit meer wat anders zou willen.”
Na het behalen van zijn Hbo economie en accountancy begon Arjen aan zijn carrière in het bedrijfsleven. Het lukte hem na het behalen van interne managementopleidingen om op te klimmen tot hoge functies in de commerciële sector. Als manager kwam hij erachter dat het coachen en begeleiden van mensen hem het meeste voldoening gaf. Na een ouderavond op de middelbare school van zijn dochter begon het toch te kriebelen om eens te kijken binnen het onderwijs. “Toen ik met mijn dochter een avond meeging naar haar school, Het Schoter in Haarlem, raakte ik in aan de praat met een aantal docenten. Ik vertelde hoeveel energie ik haalde uit het motiveren en begeleiden van mensen coachen, en zag hoe enthousiast de andere leraren vertelden over hun vak. Na die avond besloot ik toch eens te vragen of ik een weekje met een docent kon meelopen. Al was het maar om eens te ervaren hoe zijn werkweek eruit zag. Na die paar dagen was ik meteen om. Het werk als docent voelde als iets dat precies paste binnen al mijn interesses. Ik besloot mijn baan op te zeggen en begon met al mijn energie aan een deeltijdopleiding economie. “
“Ondanks alle adviezen van andere docenten die aangaven dat je echt wel dik twee jaar nodig had om een docentenopleiding af te ronden, besloot ik het risico te nemen om de complete opleiding binnen één jaar te doen. Dit was pittig, maar ik kon niet anders. Ik ben thuis kostwinnaar en had mijn baan opgezegd. Ik moest en zou zo snel mogelijk weer aan het werk gaan .
Op het Schoter boden ze mij, terwijl ik dus nog bezig was met mijn opleiding, een full time baan voor de klas. Dit hield in dat ik vier dagen werkte, één dag naar school ging en voor de rest al mijn vrije uren stopte in het studeren. Ik heb mij een jaar opgesloten op mijn zolderkamer, maar kan nu wel zeggen dat ik cum laude afgestudeerd ben als docent economie.“
Arjen heeft zijn plek als docent inmiddels helemaal gevonden. Hij geeft aan nooit meer iets anders te willen. “Het leuke aan het werken met kinderen is dat je deze nog echt kunt laten groeien. Ik heb ook veel volwassenen gecoacht, maar die zijn al helemaal gevormd, die kan je moeilijk echt veranderen. Kinderen staan nog aan het begin van hun leven, die kan je nog zoveel bijbrengen. Naast dat ik voor de klas sta, werk ik op school ook mee aan projectmatig onderwijs. Dit is iets wat ik elke zijinstromer ook zou adviseren, zoek naast het lesgeven ook andere werkzaamheden op je school. Dat is juist het mooie aan het onderwijs, het is zo ontzettend veelzijdig. Twijfel je of het onderwijs echt iets voor jou is, loop dan gewoon een week mee. Niet maar één dag, maar een hele week. Zo zie je de verschillende klassen en wat er allemaal bij dit mooie vak komt kijken. Ik verdien nu wel veel minder dan eerst, maar haal meer voldoening uit mijn werk dan ik ooit heb gedaan. En dat is het allerbelangrijkst.”
Intervisiebijeenkomsten begeleiden is een kunst die niet iedereen beheerst. Het vereist niet alleen een professionele aanpak, maar ook empathie en sensitiviteit om met de emoties en uitdagingen van de deelnemers om te gaan. In de wereld van intervisiebegeleiding is Piet Spee een ervaren trainer met een unieke achtergrond in theater. In dit artikel kijken we naar zijn achtergrond en hoe hij anderen helpt te groeien in hun vak.
Van theatermaker tot leraar
Piet Spee, een theatermaker en regisseur, stapte vijfentwintig jaar geleden over naar het onderwijs. Zijn ervaring op en voor het podium bracht een uniek perspectief in zijn onderwijsloopbaan. Hij heeft verschillende rollen vervuld, van dramadocent tot zorgcoördinator en leidinggevende. “Momenteel richt ik me vooral op het opleiden van docenten. Op het Coornhert, een opleidingslocatie voor Opleidingsschool H2O, coördineerde en begeleidde ik verschillende programma’s voor studenten en startende docenten, waaronder intervisie. Daarnaast gaf ik les aan onder meer eindexamenklassen. Toen en nu werk ik voor Talent als Docent, waarvoor deze training is ontwikkeld,” vertelt Spee.
De kunst van Intervisie
Intervisie, een vorm van intercollegiaal overleg, vereist professionele begeleiding om effectief te zijn. Samen met René Grimbergen heeft Piet Spee deze training ontwikkeld die deelnemers de vaardigheden aanleert om intervisies op een gestructureerde en empathische manier te leiden. “Een intervisiebijeenkomst is niet zomaar een koffiegesprekje. Dat moet professioneel worden aangepakt. Als voorzitter van dit gesprek begeleid je bijvoorbeeld de vragenronde zodat het probleem goed wordt uitgevraagd, en moet je vooral zelf niet gaan helpen,” vertelt Spee. Door middel van vier bijeenkomsten leren deelnemers niet alleen de theoretische aspecten, maar ook de praktische toepassingen van intervisiebegeleiding. Rollenspellen, testen en groepsoefeningen helpen hen om zichzelf beter te begrijpen en hun rol als intervisiebegeleider te versterken.
Enthousiaste deelnemers
Deelnemers aan de training, zoals Deborah Wüst, delen hun enthousiasme over de impact van de cursus op hun vaardigheden als intervisiebegeleider. “Ik heb reeds eerder een aantal keren een intervisie begeleid. Maar door wat ik geleerd heb tijdens deze cursus, merk ik dat mijn basis steviger is geworden,” zegt Deborah. De combinatie van theoretische kennis en praktische oefeningen, samen met de begeleiding van Piet Spee en René Grimbergen, heeft geleid tot een hechte en ondersteunende leeromgeving.
Doe mee!
Ben jij geïnteresseerd in het verbeteren van jouw intervisievaardigheden? Meld je dan aan voor de cursus intervisie en ontdek hoe het team van Talent als Docent jou kan helpen groeien in jouw rol als intervisiebegeleider.
Elk jaar kiezen tientallen mensen ervoor om op latere leeftijd alsnog het voortgezet onderwijs in te gaan. Via deeltijdopleidingen of speciaal opgezette trajecten worden zij opgeleid om te gaan werken in de mooiste sector van ons land, het onderwijs. De komende tijd spreken wij wekelijks met iemand die deze keuze heeft gemaakt. Deze week is het de beurt aan de zevenendertigjarige Linda van Brederode, die haar werk als horeca-onderneemster verwisselde voor een baan in het onderwijs. Sinds augustus is zij begonnen met een deeltijdopleiding tot docent Nederlands. “Het leek mij leuk om iets terug te geven aan de samenleving, om mensen te helpen. Ik werk op een vmbo school, waar kinderen soms net wat extra aandacht nodig hebben. Het is ontzettend waardevol deze aandacht te kunnen geven.”
In een ver verleden begon Linda aan een studie Nederlands. Na het behalen van haar propedeuse besloot zij haar studie vroegtijdig te beëindigen, het ondernemerschap lonkte. Linda ging de horeca in, en runde jarenlang haar eigen horecabedrijf. Al voor de coronapandemie besloot ze te stoppen, omdat zij meer tijd met haar gezin wilde doorbrengen. “Binnen mijn bedrijf werkte ik al veel met jongeren uit het vmbo die bij ons stage kwamen lopen. Ik vond de doelgroep altijd al interessant, omdat het scholieren zijn die soms veel meer talent bezitten dan zij zelf denken. Het vak Nederlands ligt me en omdat ik mijn propedeuse had mag ik een deeltijd opleiding binnen twee jaar afronden. Eén dag in de week ga ik naar school, drie dagen sta ik voor de klas. Ik ben gaan solliciteren zonder opleiding, waardoor mijn werkgever mijn studie betaalt. Dit is natuurlijk een voordeel. De switch tussen mijn baan als horeca-leidinggevende en docent voor een groep tieners was best pittig. De jeugd van nu is een stuk brutaler dan ik vroeger was, en zeker in het begin moest ik daar erg aan wennen. Inmiddels ben ik, met hulp van mijn collega’s en tips vanuit de studie, al een stuk zelfverzekerder.”
Naast mensen helpen, was het parttime kunnen werken, ook een belangrijke reden voor Linda om het onderwijs in te gaan. “Ik heb mijn hele leven elke dag gewerkt. In de horeca werk je als anderen vrij zijn, dat weet je en dat accepteer je. Maar nu ik kinderen heb is het voor mij tijd om het wat rustiger aan te doen. Ik wilde geen eigen zaak meer en het is fijn om vakantie te hebben als de kinderen vrij zijn. Het fijne aan het onderwijs is dat je het ook parttime kan doen. Ik werk drie dagen en dat is voor nu goed. Ik begrijp dat er mensen zijn die hun leven lang in het onderwijs werken. Geen dag is hetzelfde en zowel binnen de klas als in de organisatie vinden er voortdurend veranderingen plaats. Het is zo fijn om te kunnen sparren met enthousiaste collega’s, die net als jij een passie hebben voor hun vak. Eigenlijk werk je met mensen die net als jij graag kennis overbrengen. Je kan van iedereen iets leren. Leerlingen van docenten, docenten van leerlingen en docenten van elkaar. Dat maakt het onderwijs zo mooi.”
Elk jaar kiezen tientallen mensen ervoor om op latere leeftijd alsnog het voortgezet onderwijs in te gaan. Via deeltijdopleidingen of speciaal opgezette trajecten worden zij opgeleid om te gaan werken in de mooiste sector van ons land, het onderwijs. De komende tijd spreken wij wekelijks met iemand die deze keuze heeft gemaakt. Deze week is het de beurt aan de tweeënvijftigjarige Clementine de Wit, die pas op haar vijftigste het onderwijs in ging. In haar loopbaan werkte Clementine in allerlei sectoren, maar nergens was zij zo op haar plek als nu. “Ik vergeet af en toe dat ik aan het werk ben. Voor de klas staan is inmiddels meer een hobby dan en verplichting. Je bent werknemer en eigen baas tegelijk, het is fantastisch.”
Nadat Clementine afstudeerde als Technologisch ingenieur aan de Technische Universiteit Eindhoven, kreeg zij haar eerste baan in de architectuur. Ondanks dat dit werk beviel besloot zij na een aantal jaar opnieuw een traineeship in te gaan. Een HBO ICT-opleiding werd succesvol afgerond in 4 maanden met nog een ingenieurstitel en Clementine kreeg een baan bij Philips Lighting als eBusiness consultant. Na een aantal jaar had zij dit ook wel weer gezien en werd het roer compleet omgegooid. Samen met haar man en dochter emigreerde zij naar Amerika, waar zij een eigen bedrijf oprichtte. Een aantal jaren ontwierp Clementine tuinen voor de rijkere klasse uit de omgeving. Een tweede kind volgde en in 2013 werd besloten terug te keren naar Nederland. Na architectuur en een eigen ontwerpbedrijf begon in Almere een nieuw leven als werknemer in de sales. Toen haar werkgever in 2019 verhuisde naar Amsterdam kwam het punt waarop Clementine ook nu weer besloot iets totaal anders te gaan doen; een omscholing tot leraar wiskunde.
“Het was nooit een droom, maar een baan als wiskunde docent is wel iets dat ik altijd in mijn achterhoofd had. Ik houd van de logica die in wiskunde terugkomt en ben technisch opgeleid. Ook vind ik het ontzettend leuk om kennis over te brengen aan andere mensen en houd ik van de groepsdynamiek. Het werken met groepen had ik als trainer in de sales ook al gedaan, maar dan zag je telkens andere mensen. Nu werk je een jaar lang met een klas, en dan kan je daar echt bijdragen aan de ontwikkeling van een persoon. Ik de zomer van 2019 bezocht ik de middelbare school waar een vriendin les gaf. Toen daar een vacature open kwam besloot ik te solliciteren en werd ik zonder onderwijsdiploma al aangenomen. Vanaf dag één stond ik dus alleen voor de klas. Dit was best pittig. Ik geef les op een vmbo-school en dat is anders dan dat je voor een groep dertigers een training staat te geven. Ik moest echt even schakelen.”
Ik besloot mij aan te melden bij Saxion in Deventer, waar ik vanwege mijn vakkennis binnen anderhalf jaar een opleiding tot tweedegraads docent wiskunde kon volgen. Gelukkig had ik als moeder al wat pedagogische skills ontwikkeld en leerde ik snel de didactische vaardigheden voor goed klassenmanagement. Dit kon ik dan meteen toepassen in de klas.
Inmiddels zit Clementine in de afrondingsfase van haar opleiding en staat zij zelfverzekerd voor de klas. “Het lesgeven is zo ontzettend leuk. Ondanks dat je natuurlijk in loondienst bent bij een school voelt het toch een beetje of je eigen baas bent. Je bepaalt zelf hoe je jouw les indeelt en hoe je met de groep omgaat. De afwisseling en combinatie van persoonlijke begeleiding en met een groep bezig zijn maakt dit werk uniek. Kinderen staan in de bloei van hun leven en kan je nog echt dingen bijleren. Ik probeer ook een relatie op te bouwen met de klas, dit is ontzettend belangrijk. Ik ben ervan overtuigd dat een goede docent nog voor lange tijd invloed kan hebben op een kind. Naast het lesgeven lijkt het mij dan ook fantastisch om startende docenten te gaan begeleiden. Je hoort het al, ik zit alweer vol ideeën. En juist dat is het leuke aan het onderwijs, je kan altijd blijven leren!”
Elk jaar kiezen tientallen mensen ervoor om op latere leeftijd alsnog het voortgezet onderwijs in te gaan. Via deeltijdopleidingen of speciaal opgezette trajecten worden zij opgeleid om te gaan werken in de mooiste sector van ons land, het onderwijs. De komende tijd spreken wij wekelijks met iemand die deze keuze heeft gemaakt. Deze week is het de beurt aan de zesentwintigjarige Anouk Doornebos, die zich na haar studie orthopedagogiek alsnog besloot om te scholen tot docent wiskunde. “Toen ik van de middelbare school kwam had ik nooit verwacht ooit voor de klas te staan, maar daar ben ik mooi van teruggekomen. Bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen is iets magisch, het geeft zoveel voldoening.”
Het was nooit de insteek van Anouk om in het onderwijs te gaan werken, maar bij toeval rolde zij hier vanzelf in. Tijdens haar eerste studie liep ze stage binnen het basisonderwijs. Daar kwam zij er achter dat het werken met kinderen haar aansprak. “Ik werkte voornamelijk met diagnostiek en minder met de kinderen zelf. Met mijn studie werd ik opgeleid om gedragsproblemen en ontwikkelstoornissen te herkennen bij kinderen, maar nadat die diagnose was gesteld zag ik ze eigenlijk nooit meer. Dat begon aan mij te knagen. Hoe zou het nu gaan met ze? Krijgen ze de hulp die ze nodig hebben? Ik begon steeds meer te beseffen dat het mij leuker leek om langer met scholieren te werken. Dit miste ik bij mijn huidige stage.”
Tijdens haar studie had Anouk een bijbaan op haar oude middelbare school. Daar coördineerde zij de bijlesklassen en hielp ze met de organisatie van de zomerschool, waar kinderen met leerachterstanden de mogelijkheid kregen om extra les te volgen in de vakantie. Toen er op deze school net na het behalen van haar master Orthopedagogiek een vacature vrijkwam voor een trajectbegeleider was haar eerste officiële baan in het onderwijs een feit. “Omdat de school mij al kende en ik natuurlijk een pedagogische achtergrond had werd er gevraagd of ik interesse had in de functie. Zo werkte ik opeens in het onderwijs. Inmiddels was ik er achter gekomen dat het lesgeven mij ook wel interessant leek, dus vroeg ik of er dan naast mijn functie ook de mogelijkheid was om mijn lesbevoegdheid te halen. Hiermee ging de school akkoord en dus startte ik net na het behalen van mijn universitaire studie een tweede opleiding: Docent wiskunde.
In 2018 startte ik tegelijkertijd met drie nieuwe uitdagingen. Drie dagen in de week werkte ik als leerlingenbegeleider, één dag in de week gaf ik les en één dag per week studeerde ik. Ik zou liegen als ik zeg dat dit niet pittig was. Met een deeltijd studie wiskunde moet je één dag in de week naar school, maar er wordt wel verwacht dat je nog zo’n twintig uur in de week aan zelfstudie doet. Er waren weekenden dat ik mijn huis niet uitkwam. Ik had ook nog geen enkele ervaring voor de klas maar werd toch gevraagd om meteen een dag les te geven. Het voordeel was dat ik veel bijles gaf en kennis had op gebied van statistiek en wiskunde. Dat was voor de school genoeg om mij het vertrouwen te geven. Natuurlijk kreeg ik wel gerichte begeleiding en leerde ik veel met mijn opleiding. Dat was ook echt wel nodig aan het begin. Wekelijks kon ik sparren met mijn stagebegeleider en kreeg ik tips en feedback.”
Momenteel zit Anouk in haar derde jaar van de deeltijd opleiding en heeft zij nog een jaar te gaan. Uiteindelijk wil zij naast lesgeven ook startende docenten begeleiden en coachen.” Lesgeven is zo mooi. Het is fantastisch om een bijdrage te leveren aan iemands ontwikkeling. Als je soms ziet hoe enthousiast leerlingen kunnen zijn of als je persoonlijk bedankt wordt na afloop van een les, dan geeft dat zoveel voldoening. Ik wil na mijn studie blijven werken in het onderwijs en wil ook andere docenten gaan coachen. Lesgeven is namelijk niet iets wat je even binnen een week onder de knie hebt. Goede begeleiding is essentieel. Ik zou mensen die de stap naar het onderwijs willen maken dan ook altijd adviseren om naast je studie en stage iets te blijven doen waar je wel al goed in bent. Het klinkt misschien gek, maar na een les moest ik soms echt even bijkomen. Mijn andere werk, waar ik al wel goed in was, gaf mij dan rust en was een ideale uitweg om weer even te ontspannen na een hectische dag. Accepteer dat je als startend docent gewoon vaak moet vallen om sterker op te staan. Dit hoort er allemaal bij.”
Wil jij ook de overstap naar het onderwijs maken? Kom naar een van onze informatiebijeenkomsten om jezelf te oriënteren of vul ons contactformulier in voor persoonlijk advies.
Elk jaar kiezen tientallen mensen ervoor om op latere leeftijd alsnog het voortgezet onderwijs in te gaan. Via deeltijdopleidingen of speciaal opgezette trajecten worden zij opgeleid om te gaan werken in de mooiste sector van ons land, het onderwijs. De komende tijd spreken wij wekelijks met iemand die deze keuze heeft gemaakt. Deze week is het de beurt aan de zesenvijftigjarige Paul Terpstra, die via een speciaal traject aan de Universiteit van Amsterdam binnen twee jaar wordt opgeleid tot eerstegraads wiskunde docent. “Het is onwijs leuk om voor de klas te staan, iedere dag weer kom ik met veel energie thuis. Het is intensief maar zo waardevol. Het lerarentekort is een gigantisch probleem waar we echt wat aan moeten doen. Ik ben blij dat ik nu mijn steentje bij kan dragen,” aldus Paul.
Paul Terpstra werkte eerst jaren bij de Koninklijke Luchtmacht en momenteel bij de Inspectie leefomgeving en Transport van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Ondanks dat hij het er altijd naar zijn zin heeft gehad, besloot hij twee jaar terug toch dat hij nog een keer iets anders wilde. Toen zijn kinderen eindexamen deden hielp hij ze vaak met wiskunde, iets waar hij steeds meer lol in kreeg. “ Ik heb vroeger aan de Koninklijke Militaire Academie (KMA) elektrotechniek gestudeerd en dus altijd veel te maken gehad met wiskunde. Toen ik mijn eigen kinderen hielp met hun examens merkte ik dat ik het leuk vond om met wiskunde bezig te zijn. Toen ik de keuze maakte dat ik eens wat anders wilde besloot ik, ook ingegeven door het lerarentekort, te gaan kijken of het werk als docent dan ook niet iets voor mij zou zijn. Via internet stuitte ik op het ASK (Aan de Slag voor de Klas) programma van de UvA waarbij mensen met een wiskundeachtergrond en minstens 10 jaar werkervaring binnen twee jaar worden opgeleid tot volwaardig eerstegraads wiskunde docent. Omdat ik de deeltijdopleiding kon combineren met mijn huidige baan besloot ik mij aan te melden.”
Paul werkt nog steeds deeltijd bij de Inspectie Leefomgeving en Transport en is de overige dagen bezig met zijn opleiding. Vorig jaar hield dat in dat hij meteen twee dagen in de week stage liep op een middelbare school en dat hij vier keer per jaar een week naar de UvA moest voor colleges. Momenteel zit Paul in zijn tweede jaar en dus mag hij zich, als alles goed gaat, over een aantal maanden officieel wiskunde docent noemen.
“Het werk als docent is intensief, maar zo anders dan de rest van mijn carrière. Elke dag is verschillend en het contact met de jeugd is onwijs mooi. Ik leer tijdens mijn opleiding niet alleen hoe je wiskunde goed overbrengt op de jeugd, maar ook veel over pedagogiek en vakdidactiek. Er komt veel meer kijken bij het lesgeven dan ik van tevoren had gedacht, en juist die randzaken maken het werken in het onderwijs zo leuk. Je bent elke dag bezig met leerlingen die in de bloei van hun leven zijn en die je nog daadwerkelijk dingen kan bijbrengen. Als ik op vrijdag een wiskunderaadsel op het bord schrijf en ik krijg maandag een foto te zien van een enthousiaste leerling die het raadsel heeft opgelost dan verschijnt er een grote glimlach op mijn gezicht. Het feit dat het lukt om jonge scholieren te inspireren is ontzettend mooi.”
Tijdens het ASK programma worden mensen die op latere leeftijd de overstap naar het onderwijs maken meteen in het diepe gegooid. Omdat zij over het algemeen al genoeg vakinhoudelijke kennis hebben starten zij meteen met het stagelopen op een middelbare school. Paul loopt zijn stage op het Coornhert Lyceum. “Ik heb binnen mijn school twee ervaren docenten die mij begeleiden binnen mijn opleiding. Iemand voor de bovenbouw en iemand voor de onderbouwklassen. Die begeleiding is erg fijn, zeker als je nog nooit voor de klas hebt gestaan. Vorig jaar nam ik lessen over van mijn begeleiders, nu heb ik ook echt twee eigen klassen. Mijn doel is om, nadat ik dit traject heb afgerond, wel full time aan de slag te gaan als leraar. Binnen twee jaar heb ik mij dan compleet omgeschoold. Het lijkt alsof een nieuw leven gaat beginnen, een leven als docent.”
Meer weten over het ASK programma aan de Universiteit van Amsterdam? Bezoek hun website of neem contact met ons op!